In het scherm Toegang - Waar - Netwerk wordt de volledige hardware configuratie van het toegangscontrole netwerk gedefinieerd. Zowel de controler elementen (bijvoorbeeld SynApp controller, SynCon deur controllers) als de specifieke hindernissen die worden aangestuurd (deur, draaikruis, slagboom, loopstraat, enz.).
Voor ieder element kunt u de specifieke eigenschappen van dit element in het detailscherm invullen.
Alle componenten en hun parameters werden bij installatie van uw systeem hier geconfigureerd, zodat u hier normaal gezien geen wijzigingen of aanvullingen moet maken. U kunt in het linkse overzichtscherm (netwerkboom) een volledig overzicht zien van uw hardware configuratie.
Bij het aansluiten van nieuwe netwerkcomponenten (SynApp, Syncon) verschijnen deze automatisch in de linkse lijst, waarna men deze verder kan configureren. In de linkse lijst heeft u ook onmiddellijk een indicatie of alle netwerkelementen goed functioneren. Netwerkelementen die niet kunnen communiceren met hogerliggende niveaus (offline zijn) worden aangeduid met een icoon, bij andere fouten wordt het
icoon weergegeven.
U kunt meer informatie over de configuratie van de verschillende netwerkelementen vinden in de onderstaande items. Normaal is het netwerk na installatie volledig geconfigureerd en dient u daar niets aan te wijzigen.
Onderstaande items zijn dan ook eerder bedoeld voor systeemgebruikers en/of installateurs:
•Algemeen
•Toegangscontrole
•Tijdregistratie
•Verbindingen
•Status
In deze keuzes kunt u een aantal groepen definiëren die netwerk gerelateerd zijn en die vooral handig zijn als filter bij rapporten en de realtime monitors.
In het detailscherm van een geselecteerd netwerkelement, is het bovenste gedeelte voor alle netwerkelementen identiek.
Unieke sleutel identificatie (uniek nummer) in het netwerk, automatisch aangemaakt.
Unieke id van het hogerliggende netwerk element. Voor een hoogste element (SynApp) is dit 0.
Type van netwerkelement: SynApp, SynCon, Deur, Lezer, enz.
Afhankelijk van het type netwerkelement wordt dit al dan niet gebruikt. Deze index wordt ook steeds automatisch ingevuld.
Voor SynApp, Protocol kanaal, SynCon: niet gebruikt, steeds 0.
Voor Hindernissen: Geeft aan hoeveelste hindernis aangesloten aan 1 SynCon dit is (waarde van 1 tot en met 4).
Voor Lezers: Geeft aan aan welke Wiegand interface van de SynCon deze lezer is aangesloten (waarde 1 of 2).
Omschrijving van het netwerkelement zoals deze verschijnt in de keuzelijsten en in de linkse lijst.